top of page

Een opbeetplaat (splint) wordt vooral gebruikt bij de behandeling van sommige kaakklachten en wanneer er sprake is van tandenknarsen. Bij kaakklachten helpt de opbeetplaat u om verkeerde mondgewoonten (bijvoorbeeld kaakklemmen, nagelbijten, wang- of lipbijten) te vermijden, waardoor pijnklachten van de kauwspieren en kaakgewrichten kunnen verminderen. Bij tandenknarsen beschermt de opbeetplaat uw gebit, zodat het voortgaande gebitsslijtage voorkomt.

Splint - Opbeetplaat

Afdruk en beetregistratie van uw gebit

Voor het ontwikkelen van een opbeetplaat maakt de tandarts of tandprotheticus gebitsafdrukken en een beetregistratie. Met deze afdrukken en beetregistratie maakt de tandprotheticus de opbeetplaat voor u op maat. De opbeetplaat is gemaakt van hard, doorzichtig kunststof. De opbeetplaat wordt zowel in de onderkaak als in de bovenkaak toegepast. De plaat bedekt alle tanden en kiezen die aanwezig zijn.

Beetregistratie.png
Splint.jpg

Plaatsen en uitnemen van de opbeetplaat

De tandarts of tandprotheticus bespreekt met u het plaatsen en uitnemen van de opbeetplaat. Als u de opbeetplaat in de mond plaatst, dan is het belangrijk dat u de opbeetplaat eerst goed over de tanden en kiezen legt, voordat u deze aanduwt. Met uw vingers kunt u de opbeetplaat op zijn plaats duwen. U mag de opbeetplaat nooit ‘aanbijten’. Bij het uitnemen van de opbeetplaat trekt u de plaat voorzichtig los van de tanden en kiezen.

 

Draaginstructies

In principe draagt u de opbeetplaat 's avonds en 's nachts. Maar de specifieke draaginstructies (wanneer en hoe lang u de opbeetplaat dient te dragen) zijn afhankelijk van het soort (kaak)klachten en mondgewoonten die u heeft. De tandarts informeert u over de voor u meest geschikte draagmethode.

 

Voor het goede verloop van de behandeling is het belangrijk dat u zich aan de gemaakte afspraken houdt. Als dit om welke reden dan ook niet mogelijk is (bijvoorbeeld door pijn aan tandvlees of kiezen), neem dan contact met ons op.

 

Hoe verzorgt u de opbeetplaat?

Het is belangrijk dat u uw tanden en kiezen goed poetst voordat u de opbeetplaat gaat dragen. U reinigt de opbeetplaat dagelijks met een tandenborstel en zachte zeep onder koud of lauw, stromend water. Gebruik bij het reinigen van de opbeetplaat geen heet water. Hierdoor kan de kunsthars van de opbeetplaat vervormen. Als u de opbeetplaat niet draagt, dan moet u deze schoon en droog

bewaren. U heeft hiervoor een speciaal opbergbakje meegekregen.

 

Hoe kunt u het beste wennen?

Iedereen moet wennen aan het dragen van een opbeetplaat. Gelukkig went het dragen van een opbeetplaat snel. Zo verdwijnt het volle gevoel in uw mond na 1 tot 3 weken. Ook eventuele veranderingen in uw speekselproductie verdwijnen na 1 tot 3 weken. Veel patiënten ervaren in het begin een klemmend gevoel, vooral bij de voortanden. Ook dit klemmende gevoel verdwijnt na een aantal dagen tot weken.

 

Het is mogelijk dat de klachten waarvoor u in behandeling bent, in het begin meer worden. Dit is een normale reactie op het dragen van een opbeetplaat. De enige manier om daar iets aan te doen, is de opbeetplaat te blijven dragen.

 

Controle

Tijdens de halfjaarlijkse controle bekijken we of uw tanden en kiezen overal goed contact maken met de opbeetplaat. Als het nodig is, zal de tandarts of tandprotheticus dit aanpassen. Ook beoordeelt de tandarts wat de effecten zijn van de opbeetplaat op uw klachten. Het is daarom belangrijk dat u precies aangeeft wat u ervaart als reactie op de behandeling.

bottom of page